Blog Layout

Antidepressiva: ja of nee?

Annelies Besse • 10 november 2021

Het effect van pillen...

Juli 2019. Terwijl buiten de zomer volop sprankelt en de mussen dood van het dak vallen door een ziedende hittegolf, strijd ik binnen mijn eigen strijd. Ik ben gestopt met sprankelen. Ik zit aan de grond en mijn wereld is zwart. Werk naar de kloten, relatie naar de kloten en ik naar de kloten. Ik weet niet zo goed meer waar ik het zoeken moet. Als het zó moet, dan hoeft het voor mij niet meer. Dat is ook de boodschap die ik deel met mijn psycholoog: Als dit mijn leven is, ben ik liever dood. De enige optie die mij nu nog rest, zijn de door mij zo gevreesde en gehate pillen. Antidepressiva, lang tegenaan gehikt, lang voor weggelopen en nu dan toch een serieuze optie. Of misschien wel mijn enige optie. Maar dan wel graag voorgeschreven door iemand die er echt verstand van heeft …

 

En zo zit ik een paar dagen later tegenover een heuse psychiater. Precies het soort dat ik me erbij voorgesteld had: groot, kaal, brilletje en een blik die recht door je heen lijkt te gaan. Daar zit ik dan. Het eerste dat ik eruit gooi is: “Ik wil het het liefste wel zelf doen, geen pillen slikken.” Waar dat precies vandaan komt weet ik niet zo goed. Het lijkt op een laatste wanhoopspoging van mijn geest, die zich er nog net niet helemaal bij neer heeft gelegd dat “het zelf doen” echt geen optie meer is. De beste man tegenover mij tovert een allervriendelijkste glimlach op zijn gezicht en zegt met een wat meewarige blik in zijn ogen: “Zeg je dat ook tegen iemand met diabetes? Dat hij zijn insuline beter kan laten staan, dat hij het beter zelf kan doen?” Er komt een aarzelend ‘nee’ over mijn lippen en niet-begrijpend kijk ik hem aan. “Je bent ziek,” zegt hij. “En als je ziek bent moet je beter worden en in dit specifieke geval heb jij daar een pilletje bij nodig. Jouw enige taak is beter worden.” OEF, het opperhoofd heeft gesproken. Hij gaat rustig verder, de woorden die uit zijn mond komen, worden steeds indrukwekkender. Dat ik depressief ben wist ik al, maar dat er ook zoiets bestaat als een dubbele depressie, is nieuw voor mij. Dus bij dezen: ik hebt last van de ‘dubbele depressie Whopper’. Dat wil zeggen: een dysthyme stoornis (chronische depressie) met daarbovenop een normale depressie. Blij te horen dat er zoiets bestaat als een ‘normale’ depressie. Dat doet mij ondanks de zwarte uitzichtloze situatie toch ook wel weer een beetje deugd …

 

Een klein uurtje later loop ik naar buiten met een receptje in de hand. Op naar de apotheek. De remming die ik eerder misschien nog voelde, is volledig weg. Al mijn hoop is gevestigd op die roze ronde rakkers die mij hopelijk gaan helpen om wat licht in de duisternis te (gaan) zien. Hoewel het wel leidt tot wat praktische bezwaren - zoals niet mogen autorijden gedurende de eerste tien dagen - laat ik mij daar niet door uit het veld slaan. Als ik eenmaal ergens voor ga, dan doe ik dat ook voor de volle 300% … En zo begin ik de volgende dag met slikken. Het is donderdag 17 juli 2019 en de eerste pil gaat erin. Direct de volgende dag is het prijs: het lijkt wel alsof ik spacecake heb gegeten (althans, ik stel mij voor dat dat hetzelfde voelt). Mijn hoofd lijkt zich los van de rest van mijn lijf te bewegen en zweeft rond terwijl mijn lijf er met moeite achteraan sukkelt. Aanvallen van duizeligheid worden afgewisseld met knetterende hoofdpijn, ik gaap dat het een lieve lust is en lig de halve vrijdag voor pampus op de bank. Als vrijdagmiddag een vriendin belt, weet ik van voren niet dat ik van achter nog leef en omgekeerd. Ik probeer hakkelend en stotterend uit te leggen wat de psychiater heeft gezegd maar kom er niet uit. En dus hangen we maar weer op. De rest van het weekend verloopt niet veel beter. Hoe ik uiteindelijk het weekend inclusief sociale verplichtingen doorgekomen ben, is mij tot op heden een groot raadsel. Net zoals de rest van de week die daarop volgt trouwens. De bijwerkingen zijn legio, van zo’n beetje alles wat in de bijsluiter staat heb ik last. Wel ja joh, kan er ook nog wel bij.

 

Hoewel ik toch echt iets van een junkie weg moet hebben - kijk alleen al naar de grootte van mijn pupillen - krijg ik het toch nog voor elkaar vanuit huis te werken. Ik draag mijn werk over aan een nieuwe, nietsvermoedende collega. Mijn werkgever legt mij geen strobreed in de weg. Alles wat nodig is om mij nu te helpen gooien wij in de strijd. De maand augustus heb ik vrij gekregen om deze periode door te komen. En zo tikken de laatste (werk)dagen van juli weg. Me dunkt dat ik voor deze acteerprestatie – “Nee, er is niets aan de hand, hoor!” – eigenlijk wel een Oscar verdien.

 

We zijn inmiddels 14 dagen verder en de bijwerkingen zwakken af, ook precies zoals in de bijsluiter staat. Langzaam bouwt de spanning verder op, want gaan die pillen nu doen waar ik ze voor slik? Elke dag word ik wakker en hoop ik dat magische te voelen, dat ene gevoel waarvan ik weet hoe het is (want ik heb al eerder pillen geslikt). Maar dat gevoel blijft uit. Ik moet mijn best doen om de teleurstelling niet de overhand te laten krijgen en blijf optimistisch (okay, okay, dat is misschien wat overdreven…) Maar dagen worden weken en weken worden maanden, en het gewenste effect blijft uit.  

 

Wil je weten hoe dit verder gaat, lees dan mijn volgende blog, over twee weken online.

Wat je van een depressie kunt leren

door Annelies Besse 27 mei 2022
Van de fiets in een achtbaan
door Annelies Besse 14 april 2022
Gewoon verschrikkelijk boos
Meer posts
Share by: