Is smetvrees nodig?
Ik sta op met een zucht en lach tegelijk als een boer met kiespijn. “Dankjewel,” zegt Judith, mijn psychotherapeut. Ik lach een zuinig lachje terug. “Nee, echt dankjewel, dapper van je dat je het hebt verteld!” Al zwaaiend neem ik afscheid en wens haar een fijn weekend. Ondertussen bonkt het in mijn hoofd en bijna lazer ik van de trap af. Hoe we op het onderwerp gekomen waren, weet ik niet meer, maar ineens was het daar, als een duveltje uit een doosje. En nu hangt het boven mijn hoofd als een zwaard van Damocles.
Thuisgekomen vraag ik Google om hulp en typ op mijn laptop in: smetvrees. Verschillende betekenissen rollen over mijn beeldscherm; welke zal ik eens ‘gebruiken’…? Tja, welke ik ook neem, ze zijn allemaal niet al te florissant. Van Googles suggestie ‘Is smetvrees nodig?’ moet ik heel hard lachen. Ben benieuwd wie daarop zoekt. Zou wel mooi zijn als het zo zou werken: dat je typt ‘Is smetvrees nodig’? en dat Google dan zou zeggen: ‘Nee hoor, is nergens voor nodig’! En dat je dan lachend je laptop dichtklapt, opstaat en zegt: ‘Mooi, dan hoef ik mij daar ook niet meer druk over te maken.’ Was het maar zo’n feest, maar helaas pindakaas. De praktijk is anders. Maar goed, terug naar de betekenis van smetvrees; volgens Wikipedia luidt die als volgt: “ook wel mysofobie genoemd, is niet zozeer een fobie als wel een dwangstoornis en wordt gekenmerkt door dwangmatige handelingen en gedachten.” Nou, lekker dan…
Hoe zich dat bij mij uit? Plekken in mijn huis vermijden omdat ik denk dat het daar nooit meer schoon zal worden. Liever geen mensen over de vloer willen, want dan wordt mijn hele huis vies. En als er dan wel mensen langskomen, dan moet er schoongemaakt worden direct na vertrek van het bezoek (lees: het moment dat de visite de deur achter zich dichttrekt). Het heeft al tot heel wat kolderieke situaties geleid, zoals ik die al bukkend mijn woonkamer stofzuig en dweil omdat ik niet wil dat de wegrijdende visite denkt dat ik last heb van een dwangneurose… (waar ik dan dus wel last van heb). En nee, dat schoonmaken kan dan echt niet wachten.
Nog meer voorbeelden: het niet toestaan dat anderen voor mij de afwas doen, want ik maak het natuurlijk véél beter schoon dan ieder ander. Ik kan niet met blote voeten door mijn huis lopen. Waarom niet? Dan worden mijn voeten vies en dan worden ze nooit meer schoon. En van viezigheid komen bacteriën en allerlei kriebelbeestjes en die worden dan steeds groter tot ze monsterlijke vormen aannemen en mij vervolgens helemaal verzwelgen. Het lijkt een héél slecht stripverhaal, maar helaas is het mijn leven. Positieve kant is dat je er wel heel oud mee kunt worden, de negatieve kant: ik word er gek van. Het maakt mij eenzaam, want je kunt je voorstellen dat er niet heel veel mensen bij mij over de vloer komen (wat dan wel weer schoonmaken scheelt). Ook op bezoek gaan gebeurt selectief. Ik hoef vast niet uit te leggen wat de selectiecriteria zijn …
Hoe ik hier aan kom? Goeie vraag. Ik heb geen idee, wellicht een uit de hand gelopen vorm van perfectionisme die mij ooit in mijn leven goed van pas kwam plus een erfelijke factor. Maar doet het er iets toe? Gaat het mij helpen om te weten waar dit vandaan komt? Ik denk het niet, de oplossing ligt immers in het nu en niet in het verleden. Gelukkig heb ik nu een eerste stap gezet en dat is dat ik er voor het eerst open en eerlijk over durf te zijn. En ook hier gaat het weer over gedachten. Want rationeel weet ik natuurlijk heel goed dat er geen moer klopt van wat er zich in mijn hoofd afspeelt. Maar als het zo makkelijk zou zijn, zou mijn therapeut geen werk meer hebben.
De volgende stap in dit proces? Een scorelijstje maken, om te bepalen hoe het met mijn smetvrees gesteld is (daarover de volgende keer meer). Voor nu mag ik op een schaal van 1 tot 100 aangeven welke situaties bij mij de meeste smetvrees oproepen. Een soort boodschappenlijstje, maar dan eentje met daarop alles wat je niet wilt hebben. Zie het maar als al die chips, snoep, koek, chocolade en andere ‘rotzooi’ die niet op je lijstje stonden, die je niet eens op je lijstje hebben wilde en toch zomaar onbedoeld ineens in je boodschappentas zitten. Zo’n lijstje dus, eentje waar ik al een paar dagen tegen aan loop te hikken om het te maken, want zeg nou zelf: er zijn leukere dingen om te doen. Heb jij ook wel eens uit pure bodemdrift onbeheerst een zak chips leeg zitten vreten die je in eerste instantie niet eens had willen kopen en die toch ineens in je keukenkastje lag (en die nu dus leeg is). Hoe voel je je dan? Precies!
Wederom voelt het alsof ik met de billen bloot ga en misschien is dat ergens ook wel zo. Waarom dan zo groot, ‘en plein public’? Maar, waarom ook níét? Er is niets moeilijkers en tegelijk niets makkelijkers. Want ‘het kost duur jonge’, die hele poppenkast die ik elke dag weer opvoer: wat een inspanning. Ik lieg niet als ik zeg dat het mij alles kost. Dus wat heb ik te verliezen? Voor de draad ermee, dit is wie ik ben, and you are welcome to it!